Voorgesteld 28 oktober 2021
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de ic-capaciteit structureel tekortschiet in vergelijking met landen met een vergelijkbare ontwikkeling en een vergelijkbaar niveau van ziekenhuiszorg als Nederland;
constaterende dat het daadwerkelijk opschalen van de ic-capaciteit traag verloopt;
overwegende dat het vrijmaken van geld in de begroting alleen niet voldoende is om een ic-capaciteit te bewerkstelligen die op korte termijn voldoende is om een crisis op te vangen en die op termijn structureel op orde is;
verzoekt het kabinet zich onmiddellijk actief te gaan inzetten voor de nodige instroom en opleiding van verpleegkundigen, en de Kamer te informeren hoe dat gaat gebeuren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Pouw-Verweij
Van der Staaij
Agema
Van der Plas
Westerveld
Den Haan
Van Esch
Kuiken
Gündoğan
Simons