Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 15 november 2021
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Woningbouwimpuls een ondergrens kent van 200 woningen per project, maar dat uit een tussentijdse evaluatie bleek dat twee derde van de gemeenten woningbouwplannen had willen indienen voor minder dan 200 woningen;
overwegende dat ook gemeenten met meerdere dorpen en kleine kernen voor een woningbouwopgave staan en tegen obstakels oplopen, waardoor veel jongeren nu niet in hun eigen dorp of regio kunnen blijven wonen, met alle gevolgen voor de leefbaarheid;
overwegende dat provincies een rol kunnen spelen in het bundelen van deze kleinere maar waardevolle inbreidingsprojecten, zodat deze ook in aanmerking kunnen komen voor de vierde tranche van de Woningbouwimpuls;
verzoekt de regering de vierde tranche van de Woningbouwimpuls ook beschikbaar te maken voor het bevorderen en versnellen van betaalbare woningbouw in kleine(re) kernen, bijvoorbeeld door de provincies deze projecten te laten bundelen en namens de betreffende gemeenten een aanvraag te doen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Grinwis
Koerhuis
Geurts