Ontvangen 15 november 2021
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
De departementale begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 3 Woningmarkt wordt het verplichtingenbedrag verhoogd met € 60.000 (x € 1.000), en het uitgavenbedrag verhoogd met € 30.000 (x € 1.000).
Dit amendement zet de pilots van de motie Koerhuis1 om in beleid en zet het beleid van het kabinet voort om meer flexwoningen te bouwen voor de huisvesting van aandachtsgroepen.
Dit amendement regelt dat voor 2022 extra geld beschikbaar wordt gesteld voor de bouw van flexwoningen voor de huisvesting van statushouders en andere aandachtsgroepen, bijvoorbeeld in combinatie met de huisvesting van arbeidsmigranten en/of studenten. De huisvesting van statushouders is onder druk komen te staan door de druk op de woningmarkt. De bouw van flexwoningen draagt bij aan het verlichten van de druk op de woningmarkt en de druk op de asielopvang.
Het kabinet had voor de jaren 2020 en 2021 in totaal € 100 miljoen beschikbaar gesteld voor de huisvesting van aandachtsgroepen, waardoor er veel flexwoningen zijn gebouwd. Vanaf volgend jaar is hier bovenop de komende tien jaar jaarlijks € 10 miljoen beschikbaar gesteld.2 Dit amendement regelt dat van die tien keer € 10 miljoen € 30 miljoen naar het jaar 2022 wordt gehaald, en ook reeds € 30 miljoen wordt gereserveerd als verplichting voor het jaar 2023. Het kabinet heeft voor het jaar 2022 al € 25 miljoen voor het programma flexwoningen beschikbaar gesteld. Dit programma wordt ook gericht op de huisvesting van statushouders en andere aandachtsgroepen. Dit amendement bevordert dus wederom de bouw van flexwoningen door voor de jaren 2022 en 2023 in totaal € 105 miljoen beschikbaar te stellen voor statushouders, andere aandachtsgroepen en het programma flexwoningen.
Koerhuis