Voorgesteld 30 november 2021
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de beschermingsprocedure in Curaçao als bedoeld in artikel 3 EVRM niet voldoet aan de internationale standaarden, dat het verkrijgen van rechtsbijstand voor vluchtelingen in veel gevallen niet mogelijk is en dat vluchtelingen, waaronder kinderen, onder ondermaatse omstandigheden in detentie worden gezet of zonder geldige procedure naar het land van herkomst worden teruggestuurd;
overwegende dat Nederland op grond van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden zorg behoort te dragen voor het waarborgen van menselijke rechten en vrijheden;
verzoekt de regering te onderzoeken hoe zij het maatschappelijk middenveld, waaronder hulporganisaties, kan stimuleren teneinde de mensenrechtenschendingen op Curaçao te bestrijden;
verzoekt de regering tevens te onderzoeken hoe zij technische assistentie, ervaringen en expertise in kan zetten om Curaçao te assisteren bij de aanpak van de bovenstaande problematiek,
en gaat over tot de orde van de dag.
Koekkoek
Simons
Bromet
Kuzu