Voorgesteld 6 juli 2021
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het beoordelingskader van het Nationaal Groeifonds weliswaar maatschappelijke baten als randvoorwaarde stelt, maar de daadwerkelijke beoordelingscriteria zich bovenal richten op het effect op de bbp-groei;
overwegende dat het CPB stelt dat deze focus op bbp-groei leidt tot een te eenzijdige en beperkte maatstaf om publieke investeringen aan te toetsen en aanbeveelt om de effecten op natuur en milieu, gezondheid en sociaal welzijn explicieter op te nemen in de criteria;
overwegende dat het CPB ook stelt dat het Groeifonds gebaat zou zijn bij de definitie van heldere maatschappelijke missies, omdat dit de evaluatie en rangschikking van voorstellen ten goede zou komen;
verzoekt de regering, om bij het aanbieden van het voorstel voor de instellingswet Nationaal Groeifonds aan te geven hoe wordt omgegaan met de aanbevelingen van het CPB op deze punten,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van der Lee
Grinwis