Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 17 juni 2021
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat h.o.-instellingen volgens de WHW opleidingen in het buitenland aan mogen bieden waarbij een voorwaarde is dat studenten 25% van het onderwijs in Nederland volgen;
constaterende dat deze 25%-regel in de praktijk ook kan betekenen dat instellingen online onderwijs vanuit Nederland aanbieden;
overwegende dat dit niet in lijn is met de geest van de bepaling in de wet;
verzoekt de regering, om te onderzoeken hoe voor instellingen die een opleiding aanbieden in het buitenland middels de 25%-mogelijkheid wettelijk verplicht kan worden dat studenten 25% van het onderwijs fysiek in Nederland volgen, en de Kamer hierover voor de begrotingsbehandeling te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Peters
Van der Woude