Ontvangen 15 april 2022
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I vervalt in het voorgestelde artikel 2.37c, derde lid, «of krachtens».
II
In artikel I vervalt in het voorgestelde artikel 2.37f, eerste lid, «of krachtens».
Dit amendement laat de mogelijkheid voor subdelegatie in de artikelen 2.37c en 2.37f vervallen. Indiener hecht er waarde aan dat de werkwijze en de waarborgen in de uitvoering van onderliggend wetsvoorstel te allen tijde maximaal controleerbaar zijn voor het parlement en dat onder andere de analysemethodes, algoritmes en beslisregels in het kader van controleerbaarheid kenbaar zijn. Indiener is van mening dat ook zonder de mogelijkheid van subdelegatie er voldoende flexibiliteit is voor de uitvoering. Met dit amendement wordt ook recht gedaan aan het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State waarin staat dat er niet gemotiveerd is waarom subdelegatie in dit geval noodzakelijk en wenselijk is. Tevens is volgens de Afdeling advisering van de Raad van State onvoldoende duidelijk wat precies bij algemene maatregel van bestuur wordt geregeld en wat bij ministeriële regeling. Met dit amendement doet indiener dan ook recht aan deze bezwaren van de Afdeling advisering van de Raad van State.
Dit gewijzigde amendement is een gevolg van het overnemen door de regering van amendement nr. 19.
Van Baarle