Voorgesteld 10 december 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat in het wetsvoorstel is opgenomen dat indien er vanuit Europa een negatief oordeel komt over de aansluiting bij de fiscale eenheid, er dan bij koninklijk besluit besloten kan worden tot verhoging van de percentages voor de BIK;
overwegende dat de Staatssecretaris heeft toegezegd dat er in dat geval eerst een brief naar de Kamer komt om de Kamer de mogelijkheid te geven om tot een oordeel te komen over wat er in dat geval moet gebeuren;
overwegende dat het hierbij gaat om besluitvorming over een omvangrijk bedrag van ongeveer 400 miljoen euro;
verzoekt het kabinet, op dat moment, vanuit de juridische verplichting van artikel 3.1 van de Comptabiliteitswet, opnieuw te bezien of een andere besteding van 400 miljoen euro dan de verhoging van de BIK-percentages maatschappelijk effectiever is, en daar de Kamer over te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Snels
Nijboer