Voorgesteld 12 november 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat het verschil in belastingdruk tussen een- en tweeverdieners de laatste jaren fors is toegenomen;
constaterende, dat eenverdieners bij een huishoudinkomen van 40.000 euro volgend jaar zeven keer zoveel belasting betalen als tweeverdieners;
overwegende, dat het wenselijk is dat de kloof in belastingdruk tussen een- en tweeverdieners kleiner wordt;
constaterende, dat sinds 2009 de overdraagbare algemene heffingskorting voor de minstverdienende partner wordt afgebouwd, waardoor in 2021 nog maar 13,3% van de algemene heffingskorting overgedragen kan worden;
overwegende, dat door deze maatregel de kloof in belastingdruk tussen een- en tweeverdieners groter wordt;
verzoekt de regering, de commissie draagkracht te vragen ook de overdraagbaarheid van de algemene heffingskorting te betrekken bij haar werkzaamheden;
en gaat over tot de orde van de dag.
Stoffer