Voorgesteld 11 november 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat in de brief bij het Klimaatakkoord over klimaatbeleid het volgende staat: «Klimaatverandering houdt zich niet aan landsgrenzen. Klimaatbeleid is daarom bij uitstek een terrein voor een Europese aanpak. Het ETS-systeem, bronbeleid en Europese standaarden rond mobiliteit zijn voorbeelden van gebieden waar Europese afspraken cruciaal zijn en genieten de voorkeur van het kabinet.»;
constaterende dat het kabinet de nationale heffing tot nader order noodzakelijk acht met het oog op het borgen van het nationale reductiedoel dat met en voor de industrie is afgesproken in het Klimaatakkoord;
constaterende dat op Europees niveau ambitieuze plannen in ontwikkeling zijn om de uitstoot van CO2 door de industrie te verminderen, niet alleen richting 2030, maar ook richting 2050;
verzoekt de regering, de voorkeur voor een Europese ETS-oplossing te bevestigen en scenario's uit te werken waarin met Europese regelgeving de Nederlandse doelstellingen ook kunnen worden behaald, inclusief het onder ETS waarderen van scope 2- en scope 3-emissies, zodat een gelijk speelveld wordt gecreëerd en uiteindelijk een binnenlandse heffing overbodig kan worden, en de Kamer hierover te informeren in het eerste halfjaar van 2021,
en gaat over tot de orde van de dag.
Agnes Mulder
Lodders