Voorgesteld 2 december 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de overheid zorg dient te dragen voor de bestaanszekerheid van de (Nederlandse) bevolking, overeenkomstig artikel 20, lid 1 van de Grondwet;
overwegende dat de coronacrisis een enorme impact heeft op de Nederlandse economie, de werkgelegenheid en de financiële positie van burgers en bedrijven en deze economische en financiële gevolgen in omvang zullen toenemen naarmate de coronacrisis voortduurt;
verzoekt de regering, om gedurende de coronacrisis – dat wil zeggen zolang er beperkende coronamaatregelen van kracht zijn – geen nieuwe verplichtingen aan te gaan noch additionele uitgaven te doen op het gebied van ontwikkelingssamenwerking en alle niet-juridisch verplichte uitgaven op te schorten,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Weerdenburg
Van Haga