Voorgesteld 1 december 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat een kwart van de Nederlandse jeugd niet goed kan lezen en schrijven;
constaterende dat de wetenschap ons leert dat ieder kind in de basis kan leren lezen en schrijven;
constaterende dat de oplossing van lees- en schrijfproblemen in meer en betere instructie en oefenen ligt, en niet in medicaliseren;
constaterende dat met een focus op goed lees- en schrijfonderwijs binnen het onderwijs veel winst te behalen is en de vraag naar specifieke begeleiding door commerciële bureaus af zal nemen;
constaterende dat dit de kansengelijkheid voor kinderen zal bevorderen;
van mening dat een klein deel van de kinderen werkelijk Enkelvoudige Ernstige Dyslexie heeft en daar gespecialiseerde hulp voor moet krijgen;
verzoekt de regering, te bewerkstelligen dat de aanpak van leerproblemen zoals dyslexie voortaan via samenwerkingsverbanden verloopt, door gecoördineerd in te zetten op verbetering van taalonderwijs en goede gespecialiseerde hulp aan kinderen met EED,
verzoekt de regering, te onderzoeken welk budget dat binnen de jeugdwet beschikbaar is voor leerproblemen zoals dyslexie, hiertoe naar het onderwijs overgeheveld zou moeten worden,
en de kamer daarover te informeren.
en gaat over tot de orde van de dag
Peters
Beukering-Huijbregts
Kuzu
Van Kooten-Arissen
Van Brenk
Westerveld