Ontvangen 23 november 2020
Ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
De departementale begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
I
In artikel 5 Jeugd wordt het verplichtingenbedrag verhoogd met € 500 (x € 1.000) en het uitgavenbedrag verhoogd met € 250 (x € 1.000).
II
In artikel 5 Jeugd worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 500 (x € 1.000).
Met dit amendement wordt het subsidiebudget voor kennis en informatiebeleid (artikel 5.3 Effectief en efficiënt werkend jeugdstelsel) met € 500.000 verhoogd over de jaren 2021 en 2022. Dekking wordt gevonden binnen de juridische vrije ruimte van andere subsidiebudgetten binnen beleidsartikel 5 jeugd. Het gaat hierbij om € 250.000 voor het jaar 2021 en om € 250.000 voor het jaar 2022. Het betreft hiermee een incidentele uitgave.
Met dit amendement beogen de indieners dat er voor het jaar 2020 en 2021 een impuls komt in de ondersteuning van jeugdzorgaanbieders op het gebied van ICT. Onlangs zijn er incidenten geweest van datalekken bij jeugdzorgaanbieders die vrij eenvoudig te voorkomen waren. De Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugd heeft op 17 juni 2020 een rapport uitgebracht genaamd «Extra aandacht nodig voor ICT in de jeugdzorg» waarin onder andere is aangegeven dat een deel van de sector zich niet bewust is van de gangbare normen op het gebied van informatiebeveiliging. 42% van de respondenten die aangeven beleid te hebben opgesteld voor informatiebeveiliging heeft dit niet gebaseerd op een gangbare norm (18%) óf men weet de gehanteerde norm niet te noemen (26%).
In principe zijn organisaties zelf aan zet om hun informatiebeveiliging op orde te brengen. Echter met de voorgestelde subsidiegelden zouden jeugdzorgaanbieders ondersteund kunnen worden, bijvoorbeeld door een derde partij, om informatiebeveiliging op een eerste basisniveau te krijgen. Het kan hierbij bijvoorbeeld gaan om bewustwording van medewerkers, het inrichten van een kwaliteitssysteem voor informatiebeveiliging en voldoen aan minimale beheersmaatregelen. Bij de toekenning van de subsidie zal het aantonen van diensten van algemeen belang toepasbaar zijn. Indien een brancheorganisatie wordt toegewezen als derde partij dan mag verwacht worden dat ondersteuning ook toegankelijk is voor niet-leden van deze brancheorganisatie wanneer daar behoefte voor is.
Van Beukering-Huijbregts Raemakers