Voorgesteld 19 november 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er in Nederland al voor de coronacrisis bijna 400.000 kinderen in armoede leefden en dit onvermijdelijk zal toenemen als gevolg van de coronacrisis;
constaterende dat de gemeentelijke middelen bestemd voor het bestrijden van kinderarmoede nu niet altijd besteed worden aan het doel waarvoor zij bestemd zijn;
verzoekt de regering, om de middelen voor armoede te oormerken,
en gaat over tot de orde van de dag.
Kuzu
Van Brenk,
Gijs van Dijk
Jasper van Dijk