Voorgesteld 3 december 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het aandeel vrouwen in militaire functies toeneemt, maar dat er nog veel ruimte is voor groei en de toon vanuit de bovenste laag van Defensie van belang is voor de mate waarin Defensie vrouwen aanspreekt;
constaterende dat van de huidige marineschepen geen enkele naar een vrouw is vernoemd;
overwegende dat er voldoende inspirerende vrouwen zijn wier namen vanwege hun inzet voor Nederland zeer geschikt zijn voor de naamgeving van marineschepen, zoals de eerste vrouwelijke militair Francien de Zeeuw en verzetsheldin en ridder in de Militaire Willems-Orde Josepha Gemmeke;
verzoekt de regering, de bij de naamgeving van marineschepen betrokken instanties binnen Defensie de uitdrukkelijke wens vanuit de Kamer mee te geven dat ten minste twee van de nieuw te verwerven marineschepen, waaronder fregatten, naar vrouwen met een grote betekenis voor de Nederlandse vrijheid worden vernoemd,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van den Nieuwenhuijzen
Van den Bosch
Belhaj
Van Helvert