Voorgesteld 15 oktober 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat een kleine klas de onderwijskwaliteit ten goede komt, omdat de leraar minder werkdruk ervaart en meer individuele aandacht kan bieden aan leerlingen;
overwegende dat zeker kwetsbare leerlingen baat hebben bij een kleine klas en meer individuele aandacht van hun leraar, maar dat het lerarentekort juist op scholen in achterstandswijken het meest zichtbaar en voelbaar is;
van mening dat de vicieuze cirkel die het lerarentekort alsmaar laat stijgen, doorbroken moet worden en dat daarmee gestart moet worden op de scholen in achterstandswijken;
verzoekt de regering de mogelijkheden te verkennen om de klassen op de scholen met de 10% meeste achterstandsleerlingen te verkleinen tot 23 leerlingen per klas, en de Kamer hierover voor de Tweede Kamerverkiezingen te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Kwint
Van Meenen