Voorgesteld 15 oktober 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat er sprake kan zijn van (buitenlandse) digitale inmenging bij electorale processen via sociale media of andere digitale middelen;
overwegende dat zowel internetplatformen als de plaatsers van politieke advertenties verantwoordelijkheid dragen voor transparantie in dat proces;
constaterende dat de Wet politieke partijen er niet voor de Nederlandse Tweede Kamerverkiezingen in maart 2021 zal zijn;
van mening dat Nederland zelf de integriteit van de komende Tweede Kamerverkiezingen moet kunnen garanderen en daarbij de vrijheid van meningsuiting van Nederlanders in de digitale ruimte blijven waarborgen;
verzoekt de regering, voor de komende verkiezingen een regeling in te voeren, zodat tijdens de verkiezingscampagnes internetplatformen openbaar toegankelijke archieven met geplaatste politieke advertenties bijhouden en per social media bedrijf transparant wordt wat aan verificatie van wat een politieke advertentie is, wordt gedaan en wat aan verificatie van financiers van politieke advertenties wordt gedaan;
verzoekt de regering tevens om vooruitlopend op het Europese Democratie Actieplan een definitie van «online politieke advertenties» voor te stellen en een positie in te nemen over de competentieverdeling tussen Europa en de lidstaten bij het bestrijden van digitale inmenging bij nationale verkiezingen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Middendorp
Kuiken