Ontvangen 30 september 2020
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel 4 vervalt.
II
In artikel 5 vervallen het tweede lid en de aanduiding «1.» voor het eerste lid.
De indiener van dit amendement beoogt te voorkomen dat het Nationaal Groeifonds wordt ingesteld. Dat kan worden gerealiseerd door het aannemen van dit amendement, en het verwerpen van het wetsvoorstel voor het Nationaal Groeifonds onder Kamerstukken 35 570 XIX.
Het kabinet wil in vijf jaar 20 miljard euro belastinggeld uitgeven aan o.a. grote infrastructurele projecten en dit uit handen geven aan een commissie. Daarmee wordt de coronacrisis niet opgelost. Wat nu nodig is in de huidige crisis – die vooral veroorzaakt wordt door vraaguitval – is een stevige impuls voor de koopkracht van alle Nederlanders. Tevens vergroot dit op korte termijn de besteedbare inkomens van alle Nederlanders die zwaar geraakt zijn door de Corona-crisis en de bezuinigingen van de afgelopen 8 jaar.
Met dit amendement komt er bedrag vrij voor een eenmalig impuls van 20 miljard euro voor een belastingverlaging van 2021 in de vorm van een verhoging van de heffingskorting. Deze dient zodanig uitgevoerd te worden dat vooral de lagere en middeninkomens hier relatief het meest van profiteren. Zo gaat iedereen die inkomstenbelasting betaalt er komend jaar 2.000 euro op vooruit. Meer geld in de knip voor werkenden als zorg- en onderwijzend personeel en zzp’ers, gepensioneerden en AOW-ers is de beste manier om de coronacrisis snel en effectief te boven te komen.
Het geld voor deze generiek koopkracht-impuls wordt tegen circa 0% langlopend geleend op de kapitaalmarkt net zoals voorzien was voor het groeifonds. Doordat het BNP groeit als gevolg van deze bestedingsimpuls zal de staatsschuld beheersbaar blijven (noemer-effect) en verdient deze besteding zich met een hogere mate van zekerheid terug dan de voorziene investeringen via het Groeifonds.
Krol