Voorgesteld 1 oktober 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de gevolgen van de coronapandemie aantonen dat er een sterke wissel kan worden getrokken op huishoudens en gezinnen;
constaterende dat in Europese landen verschillende maatregelen worden genomen om de samenleving te ondersteunen, zoals de tijdelijke btw-verlaging en de kinderbonus in Duitsland;
overwegende dat het gerenommeerde Duitse Institut für Makroökonomie und Konjunkturforschung geanalyseerd heeft dat huishoudens met kinderen extra kosten maken ten opzichte van huishoudens zonder kinderen, waarbij het effect van de kinderbonus, gemeten in effect op uitgaven van huishoudens, effectiever was dan de tijdelijke btw-verlaging;
overwegende dat de draagkracht van gezinnen ten aanzien van deze kosten, of het nu alleenstaanden, eenverdieners of tweeverdieners zijn, enorm kan verschillen;
verzoekt de regering, in de Commissie Draagkracht mee te nemen met welke mate en wat voor soorten kosten huishoudens met kinderen te maken hebben ten opzichte van huishoudens zonder kinderen;
verzoekt de regering tevens aan de Commissie Draagkracht te vragen hierbij ook waar mogelijk specifiek aandacht te hebben voor de verschillende typen huishoudens, zoals eenverdieners, tweeverdieners en alleenstaanden, met of zonder kinderen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Stoffer
Slootweg
Bruins