Voorgesteld 1 oktober 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Nederland een rijke traditie kent op het gebied van corporate governance waarin het bestuur van bedrijven wordt geacht op een evenwichtige manier rekening te houden met een breder scala aan economische en maatschappelijke belangen van alle belanghebbenden;
overwegende dat de afgelopen jaren steeds meer twijfel is gerezen over de mate waarin dit in de praktijk gebeurt en dat duidelijker is geworden dat de huidige wet- en regelgeving ruimte laat om hiervan af te wijken;
constaterende dat verschillende voorstellen zijn gedaan voor een betere wettelijke verankering van deze vorm van besturen met verschillende mogelijkheden voor naleving, bijvoorbeeld door een verantwoordelijkheid te introduceren voor bedrijven om alle belangen tegen elkaar af te wegen of bestuurders te verplichten ervoor te zorgen dat de vennootschap zich gedraagt als een verantwoordelijke vennootschap;
verzoekt de regering, te onderzoeken op welke wijze deze vorm van besturen waarbij de belangen van alle belanghebbenden evenwichtig betrokken worden in de wet verankerd en anderszins gestimuleerd kan worden, en ernaar te streven dit onderzoek in het eerste kwartaal van 2021 aan de Kamer te sturen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Sneller
Slootweg