Ontvangen 30 juni 2020
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel 6, vijfde lid, wordt na «en dat ik deze respecteer» ingevoegd «, en dat ik de universele mensenrechten eerbiedig en niet daarmee in strijd zal handelen».
Met dit amendement beogen de indieners het voor het voldoen aan de inburgeringsplicht noodzakelijk te maken om de normen, waarden en spelregels van de Nederlandse maatschappij niet alleen te respecteren, maar ook de kernwaarden en vrijheden van de Nederlandse samenleving waaronder de universele mensenrechten zoals vastgelegd in het EVRM te eerbiedigen en te beloven geen handelingen te verrichten die hier haaks op staan. Wat de indieners betreft zijn de mensenrechten, waaronder het recht op zelfbeschikking en fundamentele vrijheden als de vrijheid van meningsuiting en vrijheid van godsdienst niet iets dat door een inburgeraar «gedoogd» kan worden. Om het ontstaan van parallelle samenlevingen te voorkomen en ook in migrantengemeenschappen het recht op zelfbeschikking waaronder godsdienstvrijheid en de wederkerigheid daarvan (recht op afvalligheid) te verdedigen is het cruciaal dat nieuwkomers de mensenrechten voor een ieder eerbiedigen en zich verre houden van zaken als onderdrukking, genitale verminking, huwelijksdwang en geweld binnen een relatie. Het enkel respecteren is onvoldoende omdat dit ruimte laat voor de interpretatie dat men weliswaar respecteert hoe onze samenleving is gebouwd op mensenrechten, maar hier zelf niet naar wil handelen in eigen kring.
Becker Segers