Ontvangen 23 juni 2020
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel 99 Nominaal en onvoorzien van de begrotingsstaat worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 500.000 (x € 1.000).
Met deze incidentele suppletoire begroting maakt het kabinet geld vrij voor een verlenging van het noodpakket banen en economie. Het noodpakket kan alleen structureel effectief zijn, als het vergezeld gaat van krachtig flankerend beleid op gebied van arbeidsbemiddeling en scholing.
Het noodpakket is er primair op gericht werkgelegenheid, inkomenszekerheid en bedrijvigheid te behouden. Ondanks deze noodsteun zullen bedrijven in de huidige fase van de coronacrisis in moeten gaan spelen op veranderde marktomstandigheden, en zullen mensen ook meer hun baan gaan verliezen. UWV verwacht mogelijk een verdubbeling van de werkloosheid naar 700.000 mensen volgend jaar.
Om massale en langdurige werkloosheid en hoge uitkeringslasten zoveel mogelijk te voorkomen, moeten mensen – liefst nog vanuit hun huidige baan – gesteund worden om werk te vinden in kansrijke sectoren van de economie. Daarvoor is een krachtig «Deltaplan Werk» nodig, met financiële inbreng van overheid en bedrijfsleven.
Gedoeld wordt op een nog uit te werken plan, waar her-, om- en bijscholing, intensieve arbeidsbemiddeling – «on the job» of vanuit een uitkering – en persoonlijke begeleiding deel van uitmaken.
Dit amendement maakt incidenteel middelen vrij om van overheidszijde een «Deltaplan Werk» krachtig te ondersteunen. Bedoelde middelen zullen te zijner tijd afhankelijk van de uitwerking van het «Deltaplan Werk» verdeeld worden over de desbetreffende begrotingsartikelen.
Van Brenk