Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 15 december 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de investeringsaftrek generiek van toepassing wordt op alle mijnbouwwerken op zee en op land en dat daarmee ook gaswinning uit kleine velden op de Waddenzee en op land zou kunnen worden gestimuleerd;
constaterende dat daarom met mijnbouwondernemingen een convenant wordt overeengekomen waarin wordt afgesproken dat deze ondernemingen bij investeringen in mijnbouwwerken op land en op de Waddenzee geen aanspraak zullen maken op de investeringsaftrek;
overwegende dat het daarmee van belang is dat dit convenant eenzelfde geldigheidstijd kent als de nieuwe investeringsaftrek, omdat anders alsnog ongewenste stimulering van gaswinning op de Waddenzee en op land zou kunnen plaatsvinden;
verzoekt de regering, bij het sluiten van het convenant investeringsaftrek kleine velden op land uit te gaan van eenzelfde geldigheidstijd voor dit convenant als voor de nieuwe investeringsaftrek,
en gaat over tot de orde van de dag.
Agnes Mulder
Sienot