Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 12 mei 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het doel van de Implementatiewet herziene detacheringsrichtlijn het bevorderen van een internationaal gelijk speelveld voor bedrijven en werknemers is;
constaterende dat er juridische bezwaren zijn tegen het meenemen van de arbeidsvoorwaarden uit cao's die niet algemeen verbindend zijn verklaard, waarmee een (potentiële) ongelijkheid in stand blijft en het mogelijk blijft dat gedetacheerde buitenlandse werknemers alsnog geen gelijk loon voor gelijk werk op dezelfde plek ontvangen;
overwegende dat onder andere vakbonden aangeven dat de mogelijkheid om uit te gaan van de toepasselijke cao van de inlenende onderneming onvoldoende is onderzocht;
verzoekt de regering:
– te monitoren en jaarlijks te rapporteren hoe de Implementatiewet herziene detacheringsrichtlijn uitpakt in de praktijk, in het bijzonder hoeveel gebruik wordt gemaakt van detachering in sectoren met niet ge-avv'de cao's, zodat alsnog kan worden ingegrepen indien blijkt dat schijnconstructies en uitbuiting van gedetacheerde werknemers uit het buitenland nog steeds voorkomen;
– de mogelijkheden te onderzoeken om de cao van de inlener toe te passen en de wijze waarop dit juridisch kan, in kaart te brengen, en dit onderzoek af te ronden voorafgaande aan of bij de evaluatie van de Implementatiewet herziene detacheringsrichtlijn;
– de Implementatiewet herziene detacheringsrichtlijn drie jaar na inwerkingtreding te evalueren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Palland