Ontvangen 2 juli 2020
De ondergetekende stelt het volgende subamendement voor:
Het amendement van de leden Rog en Van Meenen (stuk nr. 12) wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt «wordt aan het voorgestelde artikel 82 een lid toegevoegd» vervangen door «worden aan het voorgestelde artikel 82 twee leden toegevoegd».
2. In het voorgestelde derde lid wordt «kunnen nadere regels worden gesteld» vervangen door «worden nadere regels gesteld».
3. Na het voorgestelde derde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. De voordracht voor een krachtens het derde lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
Dit subamendement regelt dat de algemene maatregel van bestuur zoals voorgesteld in amendement 35 354, nr. 12, waarin nadere regels worden gesteld aan de bekostiging van brede scholengemeenschappen, door de regering verplicht moet worden vastgesteld en middels een voorhangprocedure moet worden voorgelegd aan de Staten-Generaal. Met deze algemene maatregel van bestuur worden brede scholengemeenschappen aanvullend bekostigd. Deze scholen dragen bij aan betere op-, door- en afstroommogelijkheden, gelijke kansen en het tegengaan van segregatie in het onderwijs.
Van den Hul