Voorgesteld 13 november 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de lidstaten van de Organisatie voor Islamitische Samenwerking (OIC) de beruchte Caïro-verklaring als uitgangspunt hebben, waarin staat dat alle artikelen in de verklaring volledig ondergeschikt zijn aan de sharia;
overwegende dat deze verklaring de gelijke rechten van vrouwen afpakt, het leven van afvalligen in gevaar brengt en de vrijheid van meningsuiting beperkt;
constaterende dat de sharia niet verenigbaar is met de fundamentele principes van de democratie;
constaterende dat het onwenselijk is om landen te steunen van wie het beleid volkomen strijdig is met fundamentele westerse principes;
roept de regering, op om met een voorstel te komen hoe Nederland iedere transactie naar een OIC-land gaat belasten met 10% van het transferbedrag, met een minimum van € 10 per transactie, en de opbrengst te besteden voor het verlagen van de erfbelasting,
en gaat over tot de orde van de dag.
Edgar Mulder
Wilders