Voorgesteld 31 oktober 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegend dat de verwachting is dat het aantal mensen met dementie explosief zal gaan stijgen;
overwegende de hoge ziektelast en het persoonlijk leed van dementie, voor de betrokkene zelf én voor mantelzorgers;
overwegende de hoge kosten van de zorg voor dementerenden;
overwegende het feit dat er steeds meer consensus komt over de positieve effecten van preventie bij dementie, met name gericht op beïnvloedbare factoren als lichaamsbeweging en voedingspatroon;
overwegende het feit dat deskundigen schatten dat er een besparingspotentieel tot 2 miljard ligt;
overwegende het Deltaplan Dementie en de activiteiten die de regering al ontplooit om te komen tot een dementievriendelijke samenleving;
verzoekt de regering om, zo nodig in overleg met deskundigen en andere betrokken partijen, te bezien hoe er structureel beter ingezet kan worden op preventie van dementie, en de Kamer hierover te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Sazias
Van Kooten-Arissen
Ellemeet
Ploumen
Agema
Van der Staaij
Van Esch