Voorgesteld 26 november 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat genitale verminking van meisjes binnen onder andere de Somalische gemeenschap nog steeds veel voorkomt en dat ook in Nederland geboren meisjes een groot risico lopen verminkt te worden;
van oordeel dat genitale verminking zware mishandeling is en absoluut moet stoppen;
constaterende dat vervolging van ouders van deze meisjes zeer weinig voorkomt;
van oordeel dat een veel effectiever optreden tegen genitale verminking nodig is;
verzoekt de regering, om onder andere de Somalische doelgroep beter voor te lichten over het feit dat genitale verminking zeer schadelijk is en in strijd is met de wet,
verzoekt de regering tevens, de mogelijkheden in kaart te brengen op welke wijze genitale verminking gerichter kan worden gesignaleerd, zodat de politie gemakkelijker over kan gaan tot opsporing, met als doel het aantal veroordelingen sterk te laten groeien,
verzoekt de regering ten slotte, de Kamer halfjaarlijks te rapporteren over het aantal meldingen van meisjesbesnijdenis die worden gedaan bij Veilig Thuis,
en gaat over tot de orde van de dag.
Peters
Agema