Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 18 november 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat voor een deugdelijk stelsel van jeugdbescherming zowel een compacte onderzoeksfunctie als een stevige rechterlijke toets vereist is;
constaterende dat de jeugdbescherming in Nederland veel schakels kent, terwijl de rechterlijke toets regelmatig beperkt is;
verzoekt de regering, met het oog op de door de inspectie wenselijk geachte verkorting van de keten van jeugdbescherming ook te bezien hoe in andere Europese landen het feitenonderzoek en de rechterlijke toets zijn vormgegeven, en de Kamer gelijktijdig met de resultaten van de pilots te informeren over de lessen hieruit voor het Nederlandse stelsel,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van der Staaij
Bergkamp