Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 18 november 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat ieder mens het recht heeft om een klacht in te dienen en dat beroepsprocedures altijd mogelijk moeten zijn;
constaterende dat dit binnen de jeugdbeschermingsketen op wel heel veel verschillende manieren mogelijk is;
constaterende dat jeugdzorgwerkers zich daarom soms tot twee jaar lang moeten verantwoorden rondom één enkel incident;
constaterende dat desondanks niet alle ouders zich gehoord voelen en jeugdwerkers onder zware druk komen te staan;
overwegende dat een heldere en eenduidige klacht- en beroepsregeling binnen de jeugdbeschermingsketen noodzakelijk is;
verzoekt de regering, om in overleg te treden met belangenorganisaties, onderzoekers en ervaringsdeskundigen om te komen tot een sterke vereenvoudiging van de klacht- en beroepsprocedures, en de Kamer ieder halfjaar over de voortgang hiervan te rapporteren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Peters
Wörsdörfer