Voorgesteld 28 november 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat in het kader van de invoering van de Participatiewet een tijdelijke bonus van € 3.000 per beschutte werkplek in de periode 2015–2020 beschikbaar is gesteld;
constaterende dat er in de afgelopen jaren sprake is geweest van onderuitputting van de middelen die gereserveerd zijn voor de bonusregeling beschut werk;
constaterende dat in de huidige situatie elk voorjaar het overschot over alle gemeenten verdeeld wordt, ongeacht of ze beschutte werkplekken hebben gerealiseerd, of niet;
overwegende dat het eerlijker en stimulerender is om de gemeenten te belonen die daadwerkelijk hun best hebben gedaan om beschutte werkplekken te realiseren;
verzoekt de regering, het resterende beschikbare bedrag van de bonusregeling beschut werk over het uitvoeringsjaar 2019 in 2020 naar rato te verdelen over de gemeenten die daadwerkelijk beschutte werkplekken gerealiseerd hebben, in plaats van het overschot over alle gemeenten te verdelen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Bruins
Nijkerken-de Haan
Peters
Van Weyenberg