Voorgesteld 10 oktober 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat bevolkingsstudies uit 2014 en 2018 aantonen dat er verbanden bestaan tussen het spuiten van landbouwgif en de ziekte van Parkinson, leukemie bij kinderen, en gezondheidseffecten op ongeboren kinderen;
constaterende dat het Onderzoek Bestrijdingsmiddelen en Omwonenden van dit jaar laat zien dat in een straal van 250 meter rond bespoten percelen residuen van landbouwgif worden gevonden in de luiers van baby's;
constaterende dat de meerderheid van deze Kamer heeft gevraagd om spuitvrije zones op percelen, maar dat de Minister deze aangenomen moties niet uitvoert;
constaterende dat het voorzorgsbeginsel van een bevoegd gezag vereist dat het passende maatregelen neemt om specifieke potentiële risico's voor de menselijke gezondheid, de veiligheid en het milieu te voorkomen;
verzoekt het kabinet, op basis van het voorzorgsbeginsel spuitvrije zones in te stellen, totdat het wetenschappelijk bewezen is dat omwonenden geen gezondheidsrisico's lopen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Ouwehand