Voorgesteld 20 november 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat familiebedrijven het grootste aandeel van de ondernemingen in Nederland betreft, 70% tot 75%;
constaterende dat familiebedrijven specifieke kenmerken hebben, onder andere gerichtheid op continuïteit, betrokkenheid bij personeel en regio, en financiële positie;
constaterende dat er landelijk geen data worden bijgehouden over familiebedrijven;
overwegende dat door het ontbreken van data de ontwikkeling van familiebedrijven niet goed kan worden gevolgd en daarmee ook eventueel gericht beleid ontbreekt;
verzoekt de regering, via het Centraal Bureau voor de Statistiek kwantitatieve gegevens over familiebedrijven, uitgesplitst naar grootteklasse, te verzamelen en beschikbaar te laten stellen, waarbij de ontwikkelingen over een langere periode inzichtelijk zijn, uitgesplitst naar landelijk, provinciaal en gemeentelijk niveau,
en gaat over tot de orde van de dag.
Amhaouch
Palland