Voorgesteld 17 oktober 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende het feit dat wet- en regelgeving rondom het lozen van «licht verontreinigde grond» in zandwinplassen in Nederland minder streng is dan in de rest van Europa;
overwegende dat in zeker 60 Nederlandse natuurplassen de afgelopen tien jaar minstens 100 miljoen kubieke meter vervuilde grond is gestort;
overwegende dat handhaving tekortschiet;
verzoekt de regering, stappen te zetten ter aanscherping van wet- en regelgeving inzake het lozen van vervuilde grond in plassen;
verzoekt de regering tevens, in gesprek te gaan met provincies, waterschappen en gemeenten met als doel intensivering van de handhaving,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Brenk
Stoffer