Voorgesteld 21 november 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er kinderen en vrouwen, waaronder de moeder van de kinderen, vanuit het voormalige IS-kalifaat Ankara hebben bereikt;
constaterende dat de Turkse president Erdogan de Nederlandse regering in haar hemd heeft gezet door deze jihadvrouwen en -kinderen op het vliegtuig naar Nederland te zetten;
overwegende dat internationale verdragen de Nederlandse veiligheid niet horen te bedreigen;
overwegende dat dit nu wel gebeurt;
overwegende dat de Nederlandse veiligheid wordt bedreigd door de terugkeer van jihadisten en hun kinderen;
verzoekt de regering, geen enkele jihadist, man of vrouw, alsmede hun eventuele kinderen, toe te laten op Nederlandse bodem en de internationale verdragen die dit verhinderen, op te zeggen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Graaf