Voorgesteld 14 november 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de motie-Ten Broeke/Van Bommel (23 432, nr. 424) aandrong op een consequent etiketteringsbeleid en de regering verzocht op EU-niveau te pleiten voor het eveneens opstellen van richtsnoeren voor producten afkomstig uit de door Marokko geannexeerde Westelijke Sahara;
overwegende dat EU-lidstaten hier desgevraagd niet toe bereid zijn gebleken, waarmee de etiketteringsrichtlijn 2005/29/EG betreffende oneerlijke handelspraktijken niet in gelijke gevallen op gelijke wijze wordt toegepast;
overwegende dat dit leidt tot een inconsequent etiketteringsbeleid, onvolledige consumentenvoorlichting en rechtsongelijkheid jegens Israëlische producenten;
verzoekt de regering, zich in EU-verband in te spannen voor intrekking van de betreffende richtlijn door de Europese Commissie,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van der Staaij