Ontvangen 19 februari 2020
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I wordt na onderdeel C een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ca
In artikel 121, eerste lid, wordt na «artikel 23a1, vierde lid,» ingevoegd «artikel 27a, tweede lid,».
II
In artikel II, onderdeel B, wordt aan artikel 64a een lid toegevoegd, luidende:
3. De voordracht voor een krachtens het tweede lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
III
In artikel III wordt na «tijdstip» ingevoegd «, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld».
Dit amendement regelt een voorhang van de algemene maatregel van bestuur (AMvB) die de voorwaarden kan scheppen over welke kennis, vaardigheden of leerhouding leerlingen moeten beschikken wanneer zij toegelaten moeten worden tot havo 4 of vwo 5.
De beoogde inwerkingtredingsdatum van het wetsvoorstel en de bijbehorende amvb is 1 augustus 2020. De indiener wil dat streven niet in gevaar brengen. Indien de streefdatum als gevolg van een voorhangprocedure niet meer gehaald zou kunnen worden, kan de regering ervoor kiezen om het met dit amendement voorgestelde onderdeel op een later tijdstip in werking te laten treden, waardoor de voorhangverplichting alleen voor volgende amvb’s komt te gelden. Om het mogelijk te maken dat verschillende delen van de wet op verschillende momenten in werking te laten treden, wordt ook voorgesteld artikel III van het wetsvoorstel te amenderen.
Rudmer Heerema