Ontvangen 31 januari 2019
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel I, onderdeel B, onderdeel 2, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt «elfde lid» vervangen door «negende lid».
2. Het vijfde lid komt te luiden:
5. Indien sprake is van een oproepovereenkomst, gaat de arbeidsovereenkomst steeds na een duur van 12 maanden van rechtswege over in een arbeidsovereenkomst met een vaste arbeidsomvang, die gelijk is aan de gemiddelde omvang van de arbeid in die voorafgaande periode van 12 maanden, waarbij niet op grond van artikel 628, lid 5 of lid 7, ten nadele van de werknemer wordt afgeweken van artikel 628, lid 1. Bij die arbeidsovereenkomst met een vaste arbeidsomvang blijven de aard van de te verrichten arbeid, de plaats waar de arbeid wordt verricht en de arbeidsvoorwaarden ten minste gelijk. Voor de berekening van de periode van 12 maanden worden arbeidsovereenkomsten, die elkaar met tussenpozen van ten hoogste zes maanden hebben opgevolgd, samengeteld.
3. Het zesde lid vervalt.
4. In het zevende lid wordt «De leden 5 en 6 zijn van overeenkomstige toepassing» vervangen door «Lid 5 is van overeenkomstige toepassing».
5. Het achtste lid vervalt.
II
Artikel IX vervalt.
Het wetsvoorstel regelt dat werknemers met een oproepovereenkomst na twaalf maanden een contract moet worden aangeboden voor een vaststaand aantal uren. Indiener vindt de bepaling dat «een aanbod» moet worden gedaan door de werkgever onvoldoende om de positie van de werknemer wezenlijk te versterken. Indiener stelt voor, dat een oproepovereenkomst na twaalf maanden bij goed functioneren van rechtswege overgaat in een contract voor het gemiddelde aantal gewerkte uren in de vóórgaande periode van twaalf maanden, waarbij het arbeidspatroon moet worden voortgezet en arbeidsvoorwaarden, werkzaamheden en plaats waar de arbeid wordt verricht minimaal hetzelfde blijven.
Van Brenk