Ontvangen 5 april 2019
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I worden na onderdeel C twee onderdelen ingevoegd, luidende:
Ca
Aan artikel 2.6, eerste lid, wordt, onder vervanging van «; en» aan het slot van onderdeel g voor een puntkomma en onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel h voor «; en», een onderdeel toegevoegd, luidende:
i. een bestuursfunctie of een dienstbetrekking bij een politieke partij, voor zover de bestuursfunctie of dienstbetrekking op landelijk niveau wordt uitgeoefend.
Cb
In artikel 2.9, eerste lid, wordt «c tot en met h» vervangen door «c tot en met i».
II
In artikel I worden na onderdeel D twee onderdelen ingevoegd, luidende:
Da
In artikel 2.24 wordt, onder vernummering van het tweede tot derde lid, een lid ingevoegd, luidende:
2. Het lidmaatschap van de raad van toezicht of het bestuur van een omroepvereniging is onverenigbaar met:
a. het lidmaatschap van een van beide Kamers der Staten-Generaal;
b. een bestuursfunctie of een dienstbetrekking bij een politieke partij, voor zover de bestuursfunctie of dienstbetrekking op landelijk niveau wordt uitgeoefend.
Db
In artikel 2.24a wordt, onder vernummering van het tweede tot derde lid, een lid ingevoegd, luidende:
2. Het lidmaatschap van de raad van toezicht of het bestuur van een samenwerkingsomroep is onverenigbaar met:
a. het lidmaatschap van een van beide Kamers der Staten-Generaal;
b. een bestuursfunctie of een dienstbetrekking bij een politieke partij, voor zover de bestuursfunctie of dienstbetrekking op landelijk niveau wordt uitgeoefend.
III
In artikel I worden na onderdeel E twee onderdelen ingevoegd, luidende:
Ea
Aan artikel 2.34d, eerste lid, wordt, onder vervanging van «; en» aan het slot van onderdeel f voor een puntkomma en onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel g voor «; en», een onderdeel toegevoegd, luidende:
h. een bestuursfunctie of een dienstbetrekking bij een politieke partij, voor zover de bestuursfunctie of dienstbetrekking op landelijk niveau wordt uitgeoefend.
Eb
In artikel 2.34f, tweede lid, wordt «b tot en met g» vervangen door «b tot en met h».
IV
In artikel I worden na onderdeel F twee onderdelen ingevoegd, luidende:
Fa
Aan artikel 2.37, eerste lid, wordt, onder vervanging van «; en» aan het slot van onderdeel f voor een puntkomma en onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel g voor «; en», een onderdeel toegevoegd, luidende:
h. een bestuursfunctie of een dienstbetrekking bij een politieke partij, voor zover de bestuursfunctie of dienstbetrekking op landelijk niveau wordt uitgeoefend.
Fb
In artikel 2.37b, tweede lid, wordt «b tot en met g» vervangen door «b tot en met h».
V
In artikel I worden na onderdeel K twee onderdelen ingevoegd, luidende:
Ka
Aan artikel 2.60d, eerste lid, wordt, onder vervanging van «; en» aan het slot van onderdeel e voor een puntkomma en onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f voor «; en», een onderdeel toegevoegd, luidende:
g. een bestuursfunctie of een dienstbetrekking bij een politieke partij, voor zover de bestuursfunctie of dienstbetrekking op landelijk niveau wordt uitgeoefend.
Kb
In artikel 2.60g, tweede lid, wordt «c tot en met f» vervangen door «c tot en met g».
VI
In artikel I, onderdeel P, wordt aan artikel 2.99d, eerste lid, onder vervanging van «; en» aan het slot van onderdeel f voor een puntkomma en onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel g voor «; en», een onderdeel toegevoegd, luidende:
h. een bestuursfunctie of een dienstbetrekking bij een politieke partij, voor zover de bestuursfunctie of dienstbetrekking op landelijk niveau wordt uitgeoefend.
VII
In artikel I, onderdeel Q, wordt in artikel 2.100, tweede lid, «b tot en met g» vervangen door «b tot en met h».
VIII
In artikel I, onderdeel R, wordt «b tot en met g» vervangen door «b tot en met h».
De indieners beogen met dit amendement te voorkomen dat leden van een van beide Kamers der Staten-Generaal en personen die een bezoldigde functie vervullen bij een fractie in de Staten-Generaal en/of bij een partijbureau, een eigen omroep starten of op bestaande omroepen, inclusief de taakomroepen en samenwerkingsomroepen, invloed uit oefenen. Gelieerde organisaties vallen niet onder de reikwijdte van dit amendement.
In Nederland is een vrije pers die zich gevrijwaard weet van politieke bemoeienis een groot goed wat beschermd moet worden. Het is daarom een goed gebruik dat politieke partijen zich niet bemoeien met de inhoud van publieke omroepen. Maar op dit moment staat het eenieder vrij om een publieke omroep te starten. Een aanvraag voor het starten van een nieuwe omroep wordt op verschillende criteria getoetst, zoals het hebben van voldoende leden, een beleidsplan en toegevoegde waarde, maar de huidige wet kan niet voorkomen dat een omroep wordt gestart door personen die deel uitmaken van de Staten-Generaal, bestuursleden van een politieke partij en/of personen die bestuurslid zijn en/of een bezoldigde functie vervullen bij een fractie of een partijbureau van een politieke partij waarvan er vertegenwoordigers in de Staten-Generaal zitting hebben.
De indieners zijn van mening dat dit een onwenselijke vermenging van politiek en media is. Ook moet de Minister, die gecontroleerd wordt door de Staten-Generaal, een besluit nemen over de mogelijke aanvraag van diezelfde leden van de Staten-Generaal, personen die bestuurslid zijn en/of een bezoldigde functie vervullen bij een fractie of een partijbureau van een politieke partij waarvan er vertegenwoordigers in de Staten-Generaal zitting hebben. Dit is een vermenging van belangen die de indieners onwenselijk vinden. Om te voorkomen dat het externe pluriforme stelsel gebruikt wordt door politieke partijen om een aanvraag voor een publieke omroep in te dienen, wensen de indieners een aantal afwijzingsgronden voor het lidmaatschap van de raad van toezicht of het bestuur van een omroepvereniging of samenwerkingsomroep in de wet op te nemen.
Aartsen Van der Molen