Voorgesteld 14 november 2018
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Nederlandse btw-vrijstelling voor commerciële sportorganisaties aangepast moet worden na een uitspraak van het EU-Hof;
constaterende dat deze wijziging gemeenten en commerciële uitbaters van sportlocaties overvalt en zij vrezen voor hogere sporttarieven voor hun inwoners;
overwegende dat het te snel invoeren grote impact kan hebben op de sportdeelname van mensen;
overwegende dat het niet wenselijk is dat door te snelle invoering de subsidieregelingen die via het Ministerie van VWS worden opgebouwd ondermijnd worden;
verzoekt de regering, om in overleg te treden met gemeenten en commerciële sportuitbaters en ze één jaar de tijd te geven om oplossingen in hun organisatie te vinden en de Kamer hierover te informeren bij de presentatie van het Belastingplan 2020,
en gaat over tot de orde van de dag.
Leijten