Voorgesteld 14 november 2018
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende en waarderende dat werkgevers de kinderen van hun werknemers die studeren tegemoetkomingen verschaffen voor het studeren;
constaterende dat werkgevers deze tegemoetkoming kunnen verschaffen aan studerende kinderen zolang zij dit in een algemene regeling voor al hun personeel doen;
constaterende dat het studerend kind zelfstandig recht heeft op de algemene heffingskorting en dus in zijn algemeenheid geen belasting verschuldigd is over deze studietoelage;
constaterende dat een studietoelage uit een fonds van de werkgever ook onbelast is wanneer de werknemers ten minste evenveel bijdragen als de werkgever;
verzoekt de regering, in haar handboek naar werkgevers op te nemen welke mogelijkheden er zijn om een studietoelage te verstrekken aan de studerende kinderen van werknemers, opdat volstrekt duidelijk is hoe deze mogelijkheden fiscaal correct ingezet kunnen worden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Omtzigt
Bruins