Ontvangen 9 november 2018
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel XXIV komt onderdeel B te luiden:
B
Artikel 9, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt «6 percent» vervangen door «9 percent».
2. Na onderdeel b wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:
c. 6 percent voor levering van drinkwater dat door een drinkwaterbedrijf als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drinkwaterwet of van leidingwater dat door een afzonderlijke watervoorziening als bedoeld in artikel 12, eerste lid, onderdeel c, van de Wet belastingen op milieugrondslag aan derden ter beschikking wordt gesteld, al dan niet van drinkwaterkwaliteit.
II
In artikel XXIV, onderdeel D komt te luiden:
D
Artikel 20, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt «6 percent» vervangen door «9 percent».
2. Na onderdeel c wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:
d. 6 percent voor de invoer van drinkwater door een drinkwaterbedrijf als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drinkwaterwet of van leidingwater door een afzonderlijke watervoorziening als bedoeld in artikel 12, eerste lid, onderdeel c, van de Wet belastingen op milieugrondslag, al dan niet van drinkwaterkwaliteit.
III
Aan artikel XXIV wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
E
Tabel I, post a 28, vervalt.
Dit amendement houdt de btw op kraanwater op het huidig tarief van 6%. Kraanwater is een eerste levensbehoefte, het is ook de meest duurzame vorm van waterconsumptie. De indieners zijn van mening dat de prijs van kraanwater zo laag mogelijk dient te zijn. De prijs van de eerste levensbehoefte laten stijgen is zeer onwenselijk. Het zijn de huishoudens met de laagste inkomens die door deze stijging het meest direct worden getroffen, aangezien zij relatief het meest kwijt zijn aan vaste lasten. Ook past het niet binnen de duurzame ambities van het kabinet om de meest duurzame vorm van waterconsumptie duurder te maken. De indieners willen de prijs van water dan ook niet verder laten stijgen.
Analoog aan de structurele onderuitputting die de Minister van I&W in de 1e suppletoire begroting 2018 heeft ingeboekt, wordt dekking gevonden door op artikel 99 (Nominaal en onvoorzien) van de IenW-begroting een onderuitputting in te boeken in afwachting van concrete invulling. Dit wordt ingevuld met de onderuitputting die in de loop van het jaar ontstaat.
Leijten Laçin