Voorgesteld tijdens het Notaoverleg van 17 juni 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat mbo-scholen met het ondertekenen van de Burgerschapsagenda dit onderwijs naar een hoger plan willen tillen en voorzien is dat de tussenevaluatie eind 2019 naar de Tweede Kamer wordt gestuurd;
overwegende dat in de Staat van het Onderwijs wordt gesteld dat de kwaliteit van het burgerschapsonderwijs in het mbo sterk docentafhankelijk is en de hoogte van het resultaat niet meetelt in de diplomabeslissing, waardoor volgens de inspectie er geen zicht is op de kwaliteit van de burgerschapscompetenties waarmee mbo-studenten de opleiding verlaten;
verzoekt de regering, om de Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB) en de Nederlandse Vereniging van Leraren Maatschappijleer (NVLM) te betrekken bij de evaluatie die eind 2019 naar de Kamer komt;
verzoekt de regering tevens, daarbij te beschouwen of het wenselijk is nadere afspraken te maken over eindtermen, bevoegdheid van docenten en minimale urennormen voor het uitvoeren van de burgerschapsopdracht,
en gaat over tot de orde van de dag.
Rog
Kuik