Ontvangen 30 oktober 2018
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Aan het opschrift wordt toegevoegd: en wijziging van de Wet bankenbelasting.
II
In de beweegreden wordt na «behoren» ingevoegd: alsook dat het noodzakelijk is de Wet bankenbelasting te wijzigen om te kunnen voorzien in dekking voor meer middelen voor leraren in het primair onderwijs.
III
Na artikel 3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
IV
In artikel 1 Primair onderwijs, van de departementale begrotingsstaat, worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 300.000 (x € 1.000).
Ieder kind moet zeker kunnen zijn van een goede leraar voor de klas. Dat er nu sprake is van een lerarentekort, doet daar afbreuk aan. In het primair onderwijs is het lerarentekort nog ernstiger dan in het voortgezet onderwijs en dat de loonkloof tussen primair en voortgezet onderwijs is mede oorzaak daarvan. Dit is niet alleen slecht voor de kinderen die in het primair onderwijs de gevolgen ondervinden van het lerarentekort, maar tevens onrechtvaardig voor de leraren in het primair onderwijs, die werk doen dat op zijn eigen wijze zwaar werk vormt. In totaal zou er 600 miljoen euro nodig zijn om deze loonkloof te dichten.
Dit amendement beoogt dat als eerste stap 300 miljoen euro extra wordt geïnvesteerd in het verkleinen van de loonkloof tussen leraren in het primair en voortgezet onderwijs. Dit wordt gedekt door per 1 januari 2019 de bankenbelasting te verhogen (van 0,044% naar 0,072% voor kortlopende schulden en van 0,022% naar 0,036% voor langlopende schulden).
Van den Hul Westerveld