Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 26 november 2018
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de bodem van Nederland met name in het veenweidegebied daalt en dat die bodemdaling tot ernstige schade leidt aan infrastructuur, gebouwen, rijksmonumenten en landbouw;
overwegende dat het beleid ten aanzien van (veen)bodemdaling op rijksniveau erg is versnipperd en verspreid is over meerdere departementen;
overwegende dat het wenselijk is dat vervolgonderzoek gedaan wordt naar de ecologische, sociale en economische gevolgen van veenbodemdaling, waarbij gemeenten, waterschappen en provincies worden betrokken;
verzoekt de regering, één coördinerende Minister met betrekking tot de veenbodemdalingproblematiek aan te wijzen;
verzoekt de regering voorts, vervolgonderzoek te doen naar de ecologische, sociale en economische gevolgen van veenbodemdaling en daarbij gemeenten, waterschappen en provincies te betrekken,
en gaat over tot de orde van de dag.
Geurts
De Groot
Bromet