Voorgesteld 26 juni 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Raad van State van oordeel is dat uit de Benelux-overeenkomst en een daarop gebaseerd besluit volgt dat nooit kunstlicht mag worden gebruikt bij de vossenjacht, omdat kunstlicht geen «middel» is dat in de Benelux is toegestaan bij de jacht;
constaterende dat Nederland de Benelux-overeenkomst over de jacht alleen toepast op het vangen en doden van hazen, konijnen, wilde eenden, houtduiven en fazanten ter uitoefening van de jacht, maar nog niet op het vangen en doden van in het wild levende dieren ten behoeve van «populatiebeheer» of «schadebestrijding»;
verzoekt de regering, ook op het vangen en doden van in het wild levende dieren ten behoeve van populatiebeheer of schadebestrijding de Benelux-regelgeving toe te passen;
verzoekt de regering voorts, het gebruik van kunstlicht bij vossenjacht te verbieden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Kooten-Arissen