Ontvangen 12 juni 2018
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In het opschrift wordt «ongewijzigd laten» vervangen door «verlagen».
II
In de beweegreden wordt «ongewijzigd te laten» vervangen door «te verlagen».
III
In artikel I, onderdeel A, wordt voor het eerste onderdeel een onderdeel ingevoegd, luidende:
01. In het eerste lid wordt «€ 385» vervangen door «€ 285».
IV
Na artikel I wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Onze Minister voor Medische Zorg verleent over de kalenderjaren 2019, 2020 en 2021 aan het Zorgverzekeringsfonds, genoemd in artikel 39 van de Zorgverzekeringswet, een bijdrage in de financiering van de zorgverzekering, bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van die wet in verband met het verlagen van het verplicht eigen risico. De bijdrage is gelijk aan het bedrag dat daarvoor in de wet tot vaststelling van de begroting van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor dat jaar is toegestaan.
2. De bijdrage wordt betaald in gelijke maandelijkse delen en komt ten gunste van het Zorgverzekeringsfonds, genoemd in artikel 39 van de Zorgverzekeringswet.
3. De gevolgen van de gederfde inkomsten van een zorgverzekeraar als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Zorgverzekeringswet, in verband met het verlagen van het verplicht eigen risico, voor zijn inkomsten uit premies, worden bij de toekenning van de vereveningsbijdrage, bedoeld in artikel 32 van de Zorgverzekeringswet over het kalenderjaar 2019, 2020 en 2021 en bij de vaststelling van die vereveningsbijdrage, op nihil gesteld.
Dit amendement regelt dat het verplicht eigen risico naar € 285 wordt gebracht. De indiener is van mening dat het verplicht eigen risico een onwenselijke drempel oplevert voor de toegang tot de zorg. Via een jaarlijkse extra Rijksbijdrage aan het Zorgverzekeringsfonds van 1 miljard euro, hoeft deze verlaging niet verdisconteerd te worden in de premie. Het Zorginstituut Nederland kan met de extra Rijksbijdrage een hogere vereveningsbijdrage toekennen en vaststellen. De dekking voor het verlagen van het verplicht eigen risico met € 100 wordt gevonden in het niet afschaffen van de dividendbelasting (vanaf 2020). Voor het overgangsjaar 2019–2020 wordt de dekking gevonden in het begrotingsoverschot van 8 miljard in 2017.
Hijink