Ontvangen 13 december 2018
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Aan artikel 3.1 wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Het recht zoals dat gold voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet blijft van toepassing op gevallen van verontreiniging als bedoeld in de Wet bodembescherming die op dat tijdstip bekend waren en waarvan het daarvoor bevoegd gezag heeft besloten tot het niet saneren ervan.
Dit amendement regelt dat het bevoegd gezag dat verantwoordelijk was voor het besluit om een geval van verontreiniging niet te saneren, verantwoordelijk blijft voor de sanering indien deze in de toekomst zou moeten plaatsvinden. Dit amendement dient om te voorkomen dat gemeenten opdraaien voor de kosten van saneringen die in het verleden door andere overheden niet zijn uitgevoerd en zorgt ervoor dat deze overheden verantwoordelijk blijven voor deze vervuiling onder het regime van de Wet bodembescherming.
Van Gerven