Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van11 maart 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het Hof van Justitie van de EU de PNR-overeenkomst tussen de EU en Canada op onderdelen onverenigbaar acht met het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie (het Handvest);
overwegende dat de PNR-richtlijn veel overeenkomsten vertoont met de PNR-overeenkomst tussen de EU en Canada;
overwegende dat de Raad van State van oordeel is dat de PNR-richtlijn in zijn huidige vorm op onderdelen in strijd is met het Handvest;
verzoekt de regering, in Europees verband actief te pleiten voor een juridische herbeoordeling en, zo nodig, herziening van de PNR-richtlijn, in het licht van de EU-regelgeving op het gebied van de persoonlijke levenssfeer en de hierop ziende jurisprudentie van het Hof van Justitie van de EU,
en gaat over tot de orde van de dag.
Groothuizen