Ontvangen 17 december 2018
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel B, wordt in het voorgestelde artikel 2.15 na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende:
1a. De colleges hanteren geen aanvullende of afwijkende eisen aangaande de onderwerpen waarover Onze Ministers op grond van het eerste lid, onderdeel a, regels hebben gesteld.
II
In artikel II, onderdeel B, wordt in het voorgestelde artikel 2.6.7a na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende:
1a. De colleges hanteren geen aanvullende of afwijkende eisen aangaande de onderwerpen waarover Onze Ministers op grond van het eerste lid, onderdeel a, regels hebben gesteld.
De indiener beoogt met dit amendement de uitvoeringslasten voor aanbieders in de Jeugdwet en de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 aanzienlijk te verminderen. Indiener is van mening dat er geen garantie bestaat dat de huidige hoge uitvoeringslasten daadwerkelijk worden verlaagd door het gebruik van standaarden als niet tegelijkertijd wordt voorkomen dat gemeenten bovenop de vastgestelde standaarden alsnog aanvullende gegevens en verantwoording opvragen met betrekking tot financieringswijze en administratieve processen. Dit amendement regelt dat alle gemeenten bij het gebruik van de vastgestelde standaarden niet de mogelijkheid hebben om dezelfde gegevens die reeds via de standaarden worden opgehaald op een andere manier te verkrijgen.
Hijink